In de gymlessen van Jan-Mark draait het vooral om vaardigheden. Denk aan ringzwaaien, hoogspringen en vrijlopen. Vaardigheden waar het ene kind meer aanleg voor heeft dan het andere kind. Jan-Mark: ‘Simpel gezegd heb je twee uitersten van leerlingen. De minder sportieve leerling die hard moet werken om bijvoorbeeld over een hoogspringlat te komen en de leerling die zonder enige oefening hoog springt.’ Jan-Mark waardeert de inzet van de eerste groep leerlingen minstens net zo hoog als die van de tweede groep leerlingen, die nu eenmaal meer aanleg voor de vaardigheid hebben. Daardoor heeft hij moeite met het bestaande cijfersysteem. ‘Het is heel sneu en demotiverend voor een leerling om een krappe voldoende op een rapport te krijgen als hij zich na veel oefening ontwikkelt en het voor hem hoogst haalbare bereikt.’ Andersom geldt dat een vaardige leerling zelden wordt uitgedaagd om zichzelf nog te verbeteren. Kortom: tijd voor een cultuuromslag.
Eigenaarschap en verantwoordelijkheid
Samen met de andere twee docenten volgde Jan-Mark een bijscholing over hoe je formatief te werk gaat als gymdocent en ook tijdens zijn master ‘Leren en Innoveren’ leerde hij meer over dit onderwerp. Jan-Mark: ‘We startten een pilot in de brugklas waarbij leerlingen niet langer op het resultaat, maar op hun ontwikkeling en inzet werden beoordeeld.’ Vanaf dat moment was de leerling aan zet. ‘Voorheen waren wij vooral aan het woord. We legden voortdurend uit welke oefening een leerling wanneer moest doen en beoordeelden hem dan. Nu moet de leerling zelf zijn doelen bepalen.’ Om de leerlingen daarin te faciliteren, ontwikkelde de sectie voor elk onderdeel van het vak nieuwe rubrics. ‘Elke oefening wordt opgedeeld in deelvaardigheden zodat een leerling ook goed kan scoren zonder gelijk het hele onderdeel te hoeven beheersen. De leerling moet zelf bepalen waar hij staat en waar hij op de rubric naartoe wil. Vervolgens moet hij oefenen en actief hulp of feedback vragen aan zijn klasgenoten of de docent. Elke leerling organiseert zo dus zijn eigen leerproces waar hij ook zelf verantwoordelijk voor is. En het belangrijkste: elke leerling kan zich nu competent voelen, ongeacht het niveau wat hij bereikt.’
Studiemiddag
De gymsectie is op dit moment een van de enige secties op het Spaarne College die formatief toetst. Als het aan Jan-Mark ligt komt daar de komende jaren verandering in. Als voorzitter van de toetscommissie van het college heeft hij de hulp van Academy4Learning ingeschakeld. ‘Ik zag dat er op onze school heel veel verschillende opvattingen zijn over wat formatief handelen nu precies is en of het wenselijk is voor onze leerlingen. Daarom hebben wij Academy4Learning gevraagd of ze een presentatie wilden geven over het onderwerp’, vertelt Jan-Mark. Zijn voornaamste doel was dat docenten dezelfde taal gingen spreken. ‘Waar heb je het precies over als je over formatief handelen praat en hoe pak je dat aan als docent? Die vragen stonden centraal tijdens de studiemiddag waar Academy4Learning met ons aan de slag ging.’
Starten met ontwerpsessies
Tijdens die middag kreeg het docententeam informatie over feedback geven, formatief toetsen en formatieve werkvormen. ‘Vanaf nu gaan we stap voor stap op weg naar een formatieve cultuur’, vertelt Jan-Mark, die weet dat zo’n cultuuromslag niet van de een op de andere dag is gemaakt. ‘Ik denk dat wij nog veel plezier gaan hebben van Academy4Learning. We merken dat docenten het prettig vinden om met een externe expert te werken’, legt hij uit. ‘De eerste secties starten naar verwachting volgend schooljaar met ontwerpsessies van Academy4Learing. Ze gaan dan concreet aan de slag met les- en toetsvormen die zij zelf kunnen gebruiken. Wij hopen natuurlijk dat daarna steeds meer secties geïnspireerd raken om zich ook verder te scholen in deze succesvolle formatieve aanpak.’
Jan-Mark Janmaat is LO-docent en voorzitter van de toetscommissie van de vmbo-school Het Spaarne College in Haarlem.